Mobiliteitsplan Veendam 2022 - 2030

Voorwoord

Mobiliteit beweegt! Dit lijkt een pleonasme immers, het begrip mobiliteit impliceert beweging en als die beweging dan ook nog eens beweegt dan is dat wellicht wat teveel van het goede. Niets is minder waar: het denken rondom mobiliteit verandert voortdurend en is daarmee “in beweging”.

Het mobiliteitsplan 2006 - 2020 heeft de eindstreep bereikt. In de achterliggende jaren zijn veel voornemens uit dit mobiliteitsplan gerealiseerd. De ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit hebben zich in deze periode in een hoog tempo aan ons gepresenteerd. Denk aan de ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden, zowel per auto als per fiets. Denk ook aan een verschuiving in het gebruik van fossiele brandstoffen naar nieuwe vormen van brandstoffen zoals H2, biodiesel en biogas. Het denken over veiligheid en leefbaarheid in woonwijken en bereikbaarheid van bedrijventerreinen heeft een sterke ontwikkeling doorgemaakt. Het gebruik en de beschikbaarheid van ons openbaar vervoer is een permanent aandachts-en discussiepunt. Iedereen vindt er wel wat van. Wij constateren een scala aan veranderingen, nieuwe inzichten en mogelijke ontwikkelingen dat ons heeft gemotiveerd een mobiliteitsplan voor de periode tot 2030 op te stellen.

Dit plan is tot stand gekomen na uitgebreide consultatie van verschillende groepen die onze samenleving kleuren: van raadsleden tot bewoners, ondernemers en overige stakeholders. De bijdragen die zij hebben geleverd en de ideeën die zij hebben geopperd hebben ons in staat gesteld een visie te creëren over de ontwikkelingen die wij tot en met 2030 verwachten en die wij willen realiseren.

De vrucht van dat denken ligt in het Mobiliteitsplan 2022 2030. Dat is ambitieus en zal niet zonder slag of stoot worden volbracht. Het is een uitdaging voor ons allen om de toekomst voor de komende tien jaar te kleuren en de maatregelen die worden voorgesteld uit te voeren.

Samen kunnen we die belangrijke taak volbrengen. Wij zijn er klaar voor.

Bert Wierenga, Wethouder

Bert Wierenga wethouder

 1. Samenvatting

Mobiliteit staat niet stil..., het verandert zoals ook de wereld om ons heen verandert. Veendam wil hierin meebewegen en is er alle reden toe om een plan te ontwikkelen met het oog op de (nabije) toekomst. We moeten dus de juiste keuzes maken over hoe er binnen, van en naar onze gemeente wordt gereisd. In het Mobiliteitsplan geven we onszelf daarom de volgende ambities mee:

  • Realistisch opvangen van de groei van Veendam en daarmee de toenemende behoefte aan (duurzame) mobiliteit;
  • Doorlopende aandacht hebben voor de verkeersveiligheid;
  • Dominantie van en het ruimtegebruik en de uitstoot door verkeer in onze kern en buitengebieden te beheersen;
  • Vitale en gezonde mobiliteit te stimuleren.

Het nieuwe Mobiliteitsplan is gebouwd op 4 pijlers (thema’s), met de eigen specifieke doelstellingen: Verkeersveilig en Toegankelijk, Duurzaam en Vitaal, Aantrekkelijk en Leefbaar, Bereikbaar en Bedrijvig. Het nieuwe mobiliteitsplan heeft een ‘planhorizon’ tot en met 2030 en bepaalt de koers zodat bewoners en de gasten zich prettig, veilig en duurzaam kunnen (blijven) verplaatsen. Het Mobiliteitsplan is één van de bouwstenen van de Omgevingsvisie.

Verkeersveilig en Toegankelijk

Verkeersveiligheid....., het gevoel van veiligheid draagt bij aan Veendam als veilige plek waarin het prettig is om te wonen, te leven en te verblijven. Veilig gaat zowel over verkeersveiligheid als over sociale veiligheid. Het vergroten van de verkeersveiligheid is een thema dat niet alleen in Veendam belangrijk wordt gevonden maar ook landelijk veel aandacht krijgt, en waar gemeenten een grote rol in spelen.

Doel: 'Verkeersveiligheid vooraf'

Het Strategisch Plan Verkeersveiligheid (SPV2030) is een landelijke aanpak waarmee alle overheden samenwerken aan het verminderen van het aantal verkeersslachtoffers. Het draait hierbij om het herkennen van risico’s om daarmee onveilige situaties te voorkomen. Er is een eerste verkennend onderzoek uitgevoerd. De aandachtlocaties worden nader in een verdiepend onderzoek geanalyseerd, en er worden mogelijke oplossingen aan gekoppeld.

'Doel: Veilige infrastructuur'

Veendam wil investeren in een duurzaam veilige infrastructuur. Het duurzaam veilig concept is gebaseerd op een juiste balans tussen functie, vormgeving en gebruik. Om een juiste invulling te geven aan de uitvoering van het duurzaam veilig principe, in combinatie met functionaliteit, is er onderzoek gedaan. Het rapport 'Maatregelenplan Verkeersveiligheid’ (bijlage 2: De eerste aanzet voor dit Maatregelenplan Verkeersveiligheid is gegeven in 2018. Het plan is voor wat betreft de analyse gebaseerd op de verkeersongevalscijfers van 2014 2017. Hoewel die cijfers enigszins gedateerd zijn, is het beeld dat daarmee verkregen is ten aanzien van de verkeersveiligheid in de gemeente Veendam nog steeds actueel. Ook gerelateerd aan recentere verkeersongevalsgegevens. Dit plan is nu als bijlage bij voorliggend Mobiliteitsplan gevoegd omdat daarin de basis gelegd is voor veel van de voorgestelde ( verkeersveiligheids ) maatregelen in dit Mobiliteitsplan en dient daarom als onderlegger daarvoor beschouwd te worden.) is hiervoor opgesteld en wordt binnen de uitvoering van het Mobiliteitsplan uitgevoerd.

Een limiet van 50km/u is alleen toegestaan op doorgaande wegen als de verkeersveiligheid niet in het geding is. Er is voor een realistische benadering gekozen binnen de aanpak 'Maatregelenplan Verkeersveiligheid'. Hiermee wordt in Veendam de 'GOW30' geïntroduceerd, een weg met 30km als maximum snelheid en met
(behoud van) een ontsluitende functie.

Veendam wenst dat alle erftoegangswegen buiten de bebouwde kom binnen een 60km/u zone komen te liggen. Op die manier wordt aangesloten op het duurzaam veilig gedachtengoed voor verblijfsgebieden buiten de bebouwde kom.

Aanvullend op het 'Maatregelenplan Verkeersveiligheid' zal er specifiek onderzoek worden gedaan naar de nadelige gevolgen van de vele soorten vervoersmiddelen op het fietspad, met daarbij uiteenlopende maatvoeringen.

'Doel: Bewustwording en kennis'

Harder rijden dan geoorloofd of veilig is, gebeurt zowel bewust als onbewust. Elke weg in Veendam heeft of krijgt een veilige en passende snelheidslimiet en verkeersdeelnemers houden zich hieraan. Wanneer gemotoriseerd verkeer zich 'te gast' voelt én weet, dan zullen de bestuurders ander gedrag vertonen. Dát is het doel: gedragsverandering. Gebieden en locaties die zich hiervoor lenen worden aangepast op dit principe.

Doel: 'Veiligheid en leefbaarheid'

Om kinderen zekerheid te bieden met zo min mogelijk autoverkeer of drukke kruispunten in aanraking komen wordt er specifieke aandacht geschonken aan schoolfietsroutes.

Bedrijvigheid brengt vervoersbewegingen met zich mee. In het belang van de verkeersveiligheid is het doel om de confrontatie (het conflict) tussen het zware vrachtverkeer, landbouwverkeer en de kwetsbare verkeersdeelnemer zoveel als mogelijk te beperken.

Duurzaam en vitaal

Vanwege klimaatveranderingen krijgen we steeds vaker te maken met perioden van hitte en droogte, of juist van extreme regenval en wateroverlast. Klimaatadaptatie bestaat niet alleen uit het zorgen voor meer groen. Het gaat ook over de bereikbaarheid van essentiële voorzieningen. Daarom is het van belang om onze infrastructuur op een klimaatadaptieve, duurzame manier in te richten. Zo zit er veel potentie in deelmobiliteit, en toename van fietsgebruik.

Voor alle mensen, en specifiek voor ouderen en mindervaliden, is mobiliteit een middel om persoonlijke doelen te verwezenlijken, zoals het onderhouden van sociale contacten. Met vitale mobiliteit bedoelen wij dat de mobiliteit zoveel als mogelijk door een actieve vorm wordt ingevuld.

Doel: 'Stimuleren fietsgebruik'

In Veendam wordt veel gefietst. Ongeveer 30% van de verplaatsingen wordt per fiets gedaan. Dat is niet alleen hoger dan het Nederlands gemiddelde, maar ook hoger dan de percentages die we terugzien bij onze buurgemeenten. Het blijven stimuleren van het fietsgebruik (en de uitbreiding daarvan) is daarom één van de doelen van Veendam.

Doel: 'Minder CO2 uitstoot, meewerken aan de klimaatopgave'

In Veendam rijden we steeds meer elektrisch. De komende jaren zal het elektrisch vervoer in Veendam, net als landelijk, verder toenemen. Daarbij moet richting 2030 wel oog zijn voor de ontwikkelingen op het gebied van snelladen. Veendam heeft verder de intentie om 'mee te bewegen' wanneer het gaat om duurzame
'energiedragers' zoals waterstof, biodiesel en Duurzame vervoerswijzen stimuleert Veendam door een sterke koppeling tussen de verschillende duurzame verplaatsingsmogelijkheden te maken.

Doel: 'Verbinden van de lintdorpen'

Uitgangspunt is om het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren. Waar de bereikbaarheid per auto en fiets nu al op een behoorlijk niveau zit, geldt dat in bepaalde mate niet voor het openbaar vervoer. Op de bedrijventerreinen zijn relatief weinig bushaltes aanwezig en ook de inwoners van bijvoorbeeld de
lintdorpen Borgercompagnie , Zuidwending en Wildervanksterdallen kunnen maar beperkt gebruik maken van het openbaar vervoer. Veendam wil inzetten op een verbeterde verbinding. Een aandachtspunt, dat hier direct aan relateert, is het vergroten van de bekendheid en het gebruik van de hubtaxi

Doel: 'Bewoners vitaal en verbonden houden'

Het openbaar vervoer functioneert beter met een goed en aantrekkelijk voetgangersnetwerk. Daarom is het cruciaal dat bushaltes en ons treinstation goed te voet en door minder validen bereikbaar zijn. Kortom: meer ruimte voor voetgangers en minder validen draagt niet alleen bij aan de doelen van ons
mobiliteitsbeleid, maar is ook helemaal verweven met andere ambities, zoals een gezondere samenleving, inclusiviteit en het versterken van onze lokale economie.

Aantrekkelijk en leefbaar

Veendam is een aantrekkelijke woongemeente en wil dit ook blijven in de toekomst. Voldoende parkeergelegenheid draagt hier aan bij. Woonwijken moeten goed bereikbaar zijn voor alle vervoerwijzen. Maar in de woonwijk ligt de prioriteit bij het langzaam verkeer, de auto is er te gast.

Doel: 'Stimuleren en faciliteren om in beweging te blijven'

Veendam wil werken aan een 'basisbereikbaarheid'. Een beleid dat de bereikbaarheid centraal zet met het idee dat mensen recht hebben op een bepaald niveau van bereikbaarheid (omdat anders uitsluiting dreigt). Lopen, en specifiek ook gebruikers van scootmobiels en andere loop 'hulpmiddelen', is de meest vanzelfsprekende, duurzame, gezonde, en minst belastende wijze van verplaatsen.

Een maatschappelijk ontwikkeling, die ook in Veendam is waar te nemen, is het langer zelfstandig thuis blijven wonen. Veendam speelt op deze ontwikkeling in door te zorgen dat ook de langer thuiswonenden niet ontstoken zijn van mobiliteit.

Doel: 'Maatwerk door (wijk)gerichte aanpak'

In veelal oudere wijken in Veendam is de parkeercapaciteit beperkt. Dat heeft negatieve effecten, zoals foutparkeren, maar ook ongewenst zoekverkeer in de eigen wijk. Willen we dat oplossen, dan kijken we naar ‘passende’ oplossingen, in overleg met de wijkbewoners.

De kaders van waaruit de parkeersituatie per wijk wordt beoordeeld, krijgen een plaats in een nader op te stellen Parkeerrichtlijn: Veendams maatwerk. Ook het concept van (elektrische) deelauto’s kan daarbij overwogen worden. Daarbij gaat de voorkeur uit naar publieke deelautoconcepten waarbij particulieren
hun eigen auto als deelauto aanbieden, omdat daarbij geen kostbare parkeerruimte verloren gaat aan een vaste standplaats.

Doel: 'Verbeteren veiligheid en leefbaarheid'

Dit doel wordt met name in verband gebracht met de overlast door vrachtverkeer en landbouwverkeer. Uitgangspunt is om de overlast van landbouw en vrachtverkeer zoveel mogelijk te beperken. Met name in de lintdorpen klinkt de roep om de routes van zwaar verkeer onder de loep te nemen.

De routes van zwaar (landbouw)verkeer en digitale routing/navigatie zijn hier de hoofdaandachtspunten. De bereikbaarheid in het buitengebied van de landbouwbedrijven is op dit moment in grote lijnen naar tevredenheid. Consolideren is het belangrijkste. Vanuit bewoners klinken er zorgen over verschillende sluiproutes tussen Veendam en omliggende kernen.

Doel: 'De gasten voelen zich welkom'

Prettige en comfortabele mobiliteit is voor iedereen van belang. Voor onze inwoners, maar ook voor onze gasten. We hebben in onze gemeente meerdere recreatieve trekpleisters voor bezoekers uit de regio en verder weg.

Voor de toekomst zien wij echter wel kansen die nu nog onbenut blijven. Recreatie richt zich nu vooral op dagrecreatie, waardoor bezoekers slechts voor een korte tijd in Veendam verblijven. Door meer ruimte te bieden voor verblijfsrecreatie wordt een verblijf verlengd. Wij zien dit als een kans voor de levendigheid in Veendam en is gunstig voor de ondernemingen en voorzieningen.

Bereikbaar en Bedrijvig

Veendam is een bereikbare omgeving, dat is het hoofddoel. In de gemeente ligt een spoorlijn, de N33 ligt in de nabijheid, er is een aanwezigheid van diverse Provinciale N-wegen. Veendam is bedrijvig, in zowel de industrie als de recreatiesector, en kent ook landbouwverkeer.

Doel: 'Prettig verblijven en ondernemen in het centrum'

Veendam hecht grote waarde aan een centrum dat goed en prettig bereikbaar is, én blijft. Een goede bereikbaarheid draagt immers bij aan het functioneren van het centrum, met een diversiteit aan functies. Veendam wil bij ontwikkelingen en eventuele transities in het centrum meebewegen voor wat betreft de
bereikbaarheid. Het parkeren in het centrum van Veendam ‘verdient’ bijzondere aandacht, omdat een ontwikkeling (transitie) gaande is waarbij steeds meer gewoond wordt in het centrum en winkelen nog meer gecentreerd wordt. Om deze reden zal in de loop van de jaren het parkeerbeeld meer en meer gaan verschuiven. Het is de wens om het bestaande parkeerareaal anders en beter te benutten met als doel de leefbaarheid te vergroten en minder (auto)verkeer aan te trekken. Mobiliteit is een belangrijk onderwerp bij de uitwerking van de 'Centrumvisie'.

Doel: 'Goed en vlot naar het bedrijf of werk'

Om bedrijventerreinen en andere werklocaties toekomstbestendig te houden zal er structurele aandacht moeten zijn voor de bereikbaarheid. Een goede bereikbaarheid werkt mee aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Er dient rekening te worden gehouden met een voorgenomen uitbreiding.

Doel: 'Veendam is en blijft goed ontsloten, het netwerk wordt optimaal en slim benut'

De bereikbaarheid per spoor was een regelmatig terugkerend onderwerp bij het participatie onderdeel van het proces voor het Mobiliteitsplan. Met name de wens om een station te realiseren bij Wildervank en het doortrekken van de bestaande spoorverbinding tot Stadskanaal. Veendam wil dat de bereikbaarheid van voorzieningen, winkelcentra en werkgebieden per auto, openbaar vervoer, fiets en te voet gegarandeerd is.

De hoofdroutes liggen zoveel als mogelijk buiten de woonwijken, en deze worden erop ingericht dat het verkeer zonder stagnatie wordt verwerkt. De intentie is om het bestaande wegennetwerk de komende 10 jaar beter uit te nutten. Hiermee wordt beoogd om de groei van de mobiliteit in goede banen te leiden door het beter benutten van de bestaande infrastructuur (pas als er knelpunten blijven bestaan, wordt nieuwe infrastructuur aangelegd). Het wegennetwerk moet voldoende (rest)capaciteit hebben om toekomstige in-en uitbreidingsplannen te faciliteren. Daarbij wordt ingestoken op een toekomstige in-en uitbreiding met woningen op diverse locaties.

De weg vinden in een onbekende ruimte kan voor bezoekers en toeristen een stressvolle ervaring zijn. Een tekort, maar ook een overdaad aan verwijzingen, kan hier bijvoorbeeld een oorzaak van zijn. Veendam wil zoeken naar een juiste balans tussen fysieke middelen en digitale middelen zoals apps en navigatie.

Veendam sluit aan bij de ontwikkelingen en ambities op gebied van digitalisering binnen mobiliteit. 

2. Introductie

2.1 Aanleiding

Veendam kent voor het vernieuwen van het gemeentelijk Mobiliteitsplan grofweg twee aanleidingen:  

Technologische, economische en maatschappelijke ontwikkelingen vragen om een kijk richting de toekomst. De mobiliteit en bereikbaarheid in onze gemeente veranderen snel. Er is de laatste jaren meer aandacht gekomen voor een gezonde en veilige leefomgeving. De eisen die we moeten en willen stellen aan het verkeer en vervoer zijn veranderd. Het huidige Mobiliteitsplan van Veendam stamt uit 2006. Het was vooral gericht op het opheffen van knelpunten en het verder ontwikkelen van de afzonderlijke netwerken voor fiets, auto en openbaar vervoer. Veel maatregelen uit het Mobiliteitsplan 2006 zijn inmiddels gerealiseerd. Het is nu zaak om verder vooruit te kijken.

Een tweede aanleiding is de Omgevingswet. De Omgevingswet vraagt een integrale beschrijving van de ambities voor de fysieke leefomgeving, ook op het gebied van mobiliteit. De visie op mobiliteit moet binnen de Omgevingsvisie passen. Bij 'Relatie met de Omgevingswet (Omgevingsvisie)' wordt er verder op ingegaan.

2.2 Doelstelling Mobiliteitsplan

Het Mobiliteitsplan van Veendam is een toekomstgericht en integraal beleidsdocument dat een visie bevat, en een uitvoeringsprogramma. Dat programma beschrijft de maatregelen die in de komende jaren moeten worden uitgevoerd om uitwerking te geven aan de visie.

Er is ook gekeken naar de realisatie van de ambities uit het vorige Mobiliteitsplan. In 2018 heeft er een evaluatie plaatsgevonden van de stand van zaken (lees: in hoeverre de ambities uit het plan uit 2006 zijn gerealiseerd). Ambities en maatregelen die we nog steeds graag gerealiseerd zien, hebben vanzelfsprekend een plek gekregen binnen het nieuwe beleid en het nieuwe uitvoeringsprogramma. 

2.3 4 Thema's

Vanwege de brede blik op mobiliteit is het nieuwe Mobiliteitsplan 'gefundeerd' op 4 pijlers die als thema in het plan terugkomen: Verkeersveilig & Toegankelijk, Duurzaam & Vitaal, Aantrekkelijk & Leefbaar en Bereikbaar & Bedrijvig. De namen van de thema's geven de benadering weer: integraal. Hiermee wordt goed aangesloten op de thema's vanuit de Omgevingsvisie, gericht op de mobiliteitsonderwerpen. Bij de uitwerking van de thema's identificeren we nu maatregelen waardoor er de komende jaren concreet uitvoering wordt gegeven aan het plan.

2.4 Participatie

Participatie heeft een belangrijke rol gespeeld in het proces richting het Mobiliteitsplan:

Omgevingsvisie participatiemoment bereikbaarheid

Op woensdag 19 mei 2021 is een digitale bijeenkomst gehouden in het kader van de Omgevingsvisie. Tijdens de bijeenkomst zijn twee onderwerpen aan bod gekomen: wonen en de bereikbaarheid van Veendam. Met name de opbrengst van het laatste onderwerp is goed bruikbaar geweest voor het Mobiliteitsplan.

Raadsessie

Op maandag 7 juni 2021 is een digitale raadsessie georganiseerd. Deze raadsessie stond in het teken van het duiden van de ambities van de gemeente Veendam op het gebied van mobiliteit. Aan de hand van meerdere stellingen is de discussie gevoerd over de toekomst van mobiliteit. De aanwezigen zijn hierna in de gelegenheid gesteld om eigen aandachtspunten en wensen in te brengen.

Enquête en projectmailadres

Vanaf dinsdag 8 juni 2021 tot en met donderdag 26 juni 2021 heeft een online enquête opengestaan. Anders dan bij reguliere enquêtes was het bij deze enquête mogelijk om aandachtspunten, wensen en klachten ook locatie-specifiek te maken, door deze te prikken op een digitale kaart.

Klankbordgroep

Op donderdag 17 juni 2021 is een digitaal klankbordgroep-overleg georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst konden verschillende belangenpartijen hun wensen en gedachten delen. In de periode van de ter inzage legging heeft er een 2e klankbordgroepoverleg plaatsgevonden.

Bewonersavond

Op donderdag 17 juni 2021 is een digitale bewonersavond georganiseerd. Tijdens de bewonersavond is ingegaan op het proces van het Mobiliteitsplan. Het leeuwendeel bestond uit vrije inbreng per thema.

Collegepresentatie

Op dinsdag 31 augustus 2021 is een presentatie over de hoofdlijnen en doelstellingen gegeven aan het college. De bijeenkomst had ten doel om de koers voor het Mobiliteitsplan te bepalen.

2.5 Relatie met de Omgevingswet (Omgevingsvisie)

Vanaf 2022 is de nieuwe Omgevingswet naar verwachting van kracht. De Omgevingswet verzorgt de bundeling van de diverse sectorale (ruimtelijke) wetten en plannen. Het doel van de Omgevingswet is om te komen tot een veilige en gezonde fysieke leefomgeving in één integraal en duurzaam ruimtelijk plan. De Omgevingswet geeft mogelijkheden om anders om te gaan met het inrichten van de leefomgeving, inspelend op de veranderingen in de samenleving.

Het traject van de (uitwerking van) de Omgevingsvisie Veendam liep samen op met het Mobiliteitsplan. De Omgevingsvisie vormt een belangrijke basis voor het Omgevingsplan (juridische vertaling) en eventuele Programma’s gericht op de uitvoering van het beleid.

De mobiliteitsbehoefte zal naar verwachting in de toekomst verder toenemen onder invloed van de groei van de bevolking, de economie en de welvaart. De interactie op proces en inhoud met dit Mobiliteitsplan draagt bij aan een goede integrale afweging van de oplossingsrichtingen.

Door in het Mobiliteitsplan al een duidelijke link naar de Omgevingswet te leggen, wordt het eenvoudiger gemaakt om straks het verkeers- en vervoersbeleid stevig te verankeren in de op te stellen integrale Omgevingsvisie. Deze is leidend en het Mobiliteitsplan is in die zin een onderliggend document.

2.6 Leeswijzer

Voor u ligt het nieuwe Mobiliteitsplan dat de gemeente Veendam in 2021 heeft ontwikkeld. Het Mobiliteitsplan begint met hoofdstuk 0 met een voorwoord en vervolgt in hoofdstuk 1 met een samenvatting. In hoofdstuk 2 wordt het Mobiliteitsplan geintroduceerd. In hoofdstuk 3 worden de vier thema’s die centraal staan behandeld.

Dit Mobiliteitsplan is een integraal en toekomstgericht beleidsdocument. Daarom is het plan opgebouwd vanuit de bredere thema’s die spelen in de leefomgeving. De thema’s worden vervolgens verder uitgewerkt: welke opgaven spelen er en welke ambities heeft de gemeente Veendam ten aanzien van mobiliteit? Waar wil de gemeente op in gaan zetten de komende jaren?

Tot slot wordt in hoofdstuk 4 het bijbehorende uitvoeringsprogramma weergegeven.

COVID-19

Het COVID-19 virus heeft voor een behoorlijke opschudding gezorgd in het mobiliteitslandschap. Voor veel beroepen is thuiswerken de - tijdelijke - norm geworden en er wordt door Nederlanders meer recreatief gelopen (wandelen, ommetjes). Voor deze ontwikkelingen wil Veendam de ogen niet sluiten. Anderzijds is het zo dat de lange-termijn consequenties van het COVID-19 virus zeer lastig zijn te voorspellen. Het voorliggende Mobiliteitsplan is een plan voor de komende 9 jaar. Met of zonder (mogelijke) consequenties van het COVID-19 virus heeft Veendam ambities op het gebied van mobiliteit die het in deze periode wil verwezenlijken. Het plan focust daarom op sec de doelen en ambities, zonder het verband met COVID-19 te leggen.

2.7 Omvang van de beleidskaders

Voor het Mobiliteitsplan zijn beleidskaders uitgangspunt en de basis van waaruit wordt gewerkt. Binnen die beleidskaders worden in de mobiliteitsvisie accenten gelegd op een of meerdere thema’s. Daarover meer in de rest van dit hoofdstuk. Hieronder staan grofmazig de beleidskaders, met bijbehorende documentatie, beschreven voor de verschillende schaalniveaus.

Tekst afbeelding Omvang van beleidskaders rijk, provincie, regionaal en gemeentelijk: "Omvang beleidskaders. Rijk: Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 (SPV) en Energieakkoord / Klimaatakkoord en meer...; Provincie: Fietsstrategie 2016 - 2025 en Programma Mobiliteit en meer...; Regionaal: Regionaal Prestatiekader RWLP Oost-Groningen en meer...; Gemeentelijk: Woonvisie, SPV Analyse Veendam, Omgevingsvisie Veendam, GVVP 2006, Visie Centrumring en meer...".

Tekst afbeelding Omvang van beleidskaders rijk, provincie, regionaal en gemeentelijk

"Omvang beleidskaders. Rijk: Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 (SPV) en Energieakkoord / Klimaatakkoord en meer...; Provincie: Fietsstrategie 2016 - 2025 en Programma Mobiliteit en meer...; Regionaal: Regionaal Prestatiekader RWLP Oost-Groningen en meer...; Gemeentelijk: Woonvisie, SPV Analyse Veendam, Omgevingsvisie Veendam, GVVP 2006, Visie Centrumring en meer...".

2.8 Landelijk en regionaal beleid

Met het oog op het landelijk en regionaal beleid ten aanzien van mobiliteit en ontwikkelingen vallen de volgende zaken op: 

  • Een groeiende aandacht voor verkeersveiligheid met een ambitie om in 2030 naar 0 verkeersslachtoffers te komen;
  • Een belangrijke rol voor de fiets met doelstellingen om meer mensen van de fiets/e-bike gebruik te laten maken;
  • Een veranderende rol voor het openbaar vervoer. Meer gericht op doorstroming voor de hoofdverbindingen met aanvullend vervoer op maat en goede overstaplocaties (mobiliteitshubs);
  • Een opkomst van deelvervoer. Minder bezit, meer gericht op gebruik;
  • De opkomst van duurzame brandstoffen (o.a. elektrisch en waterstof). Vanaf 2030 worden er geen nieuwe auto’s op diesel of benzine meer geproduceerd;
  • Afspraken in het klimaatakkoord om de impact van het auto- en vrachtverkeer op het milieu te verkleinen.

U kunt het mobiliteitsplan ook downloaden als pdf: Mobiliteitsplan Veendam 2022 - 2030 (pdf)  

Verkeersveilig & Toegankelijk in 2030

Verkeersveilig en toegankelijk

De gemeente Veendam is een gemeente waar de inwoner zich veilig voelt, kan ontspannen en recreëren. Veiligheid is een randvoorwaarde om je goed te kunnen verplaatsen. De gemeente Veendam onderschrijft daarom de ambities uit het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 (SPV2030). Doelstelling is een halvering (15) in 2030 van het aantal verkeersslachtoffers ten opzichte van 2020 (30) en een ambitie van nul verkeersslachtoffers in 2050.

Aantal ongevallen 2020 binnen gemeentegrenzen Veendam
Wegbeheerder Totaal ongevallen Gewonden Doden
Rijk 9 3 0
Provincie 13 2 0
Gemeente 93 24 1
Totaal 115 29 1

Het SPV2030 is gebaseerd op een risico-gestuurde aanpak waarmee problemen met betrekking tot verkeersveiligheid in kaart worden gebracht. Op basis daarvan stellen alle betrokken partijen in de regio een gezamenlijk uitvoeringsprogramma op om die risico’s te verminderen. Het streven is om vooraf veiligheidsproblemen te signaleren (voorkomen), en niet achteraf te hoeven repareren met het eventuele leed wat er aan verbonden is.

Woonwijken moeten veilig bereikbaar zijn voor alle vervoerwijzen. Bij het ontwerpen van nieuwe woonwijken en herstructureringen wordt gedacht vanuit de voetganger en fietser. Dagelijkse voorzieningen zijn voor voetgangers en fietsers via directe routes bereikbaar. In het woongebied zelf is de auto te gast.

Doelen binnen het thema

Binnen het thema Verkeersveilig&Toegankelijk worden de volgende doelen nagestreefd (gericht op gedrag, preventie en weginrichting voor de diverse verkeersdeelnemers):

  • Veiligheid Vooraf;
  • Veilige infrastructuur;
  • Bewustwording en kennis;
  • Veiligheid en Leefbaarheid.

Om die doelen te bereiken richten we ons binnen het thema Verkeersveilig & Toegankelijk op de volgende aandachtsgebieden:

  1. Het SPV 2030;
  2. Duurzaam Veilig inrichting van wegen (aandacht voor de 30km en de 50km wegen binnen de bebouwde kom en 60km daarbuiten);
  3. 'Drukte' op het fietspad;
  4. Passende snelheden en 'auto te gast';
  5. Schoolomgeving en schoolfietsroutes;
  6. Vracht- en landbouwverkeer;
  7. Educatie en voorlichting diverse doel- en leeftijdsgroepen;
  8. Eenduidigheid bij oversteken;
  9. Handhaving continueren, met specifieke aandacht voor aanpak snelheid.

1. Het SPV 2030

Het Strategische Plan Verkeersveiligheid (SPV2030) is een landelijke aanpak waarmee alle overheden samenwerken aan het verminderen van het aantal verkeersslachtoffers. Het draait hierbij om het herkennen van risico’s, om onveilige situaties te voorkomen.

2. Duurzaam Veilig, en de inrichting van wegen

30km/u of 50km/u binnen de bebouwde kom

De Tweede Kamer heeft in 2020 een motie aangenomen dat de leidende maximum snelheid binnen de bebouwde kom wordt teruggebracht van 50 naar 30km/u. Een limiet van 50km/u is alleen toegestaan op doorgaande wegen als de verkeersveiligheid niet in gevaar is. Dit is de basisgedachte, en wordt bepaalde door de gemeente.

Het concept 'Duurzaam Veilig' gaat in op de juiste balans tussen functie, vormgeving en gebruik. Is dit enigszins uit balans dan gaat dit meestal ten koste van de verkeersveiligheid. Om een juiste invulling te geven aan de uitvoering van het duurzaam veilig principe in combinatie met functionaliteit is er onderzoek gedaan. Het rapport 'Maatregelenplan Verkeersveiligheid' is hiervoor opgesteld en wordt binnen de uitvoering van het Mobiliteitsplan uitgevoerd. Binnen het onderzoek is de relatie gelegd tussen de uitbreiding van de 30km zone en de beoogde functie van het betreffende wegvak of de kruising.

Naast de gewenste inrichting is ook voor een realistische benadering gekozen. Daar waar een weg in een 30km gebied nog een (enigszins) ontsluitende functie behoudt worden er aanvullende eisen gesteld. De wegcategorie 'GOW30’ (zie illustratie rechts) wordt hiermee in Veendam geïntroduceerd. Met de inrichting wordt een bepaald gedrag afgedwongen wanneer het gaat om de snelheid, maar is er ook oog voor enige vorm van doorstroming. Op landelijk niveau krijgt de uitrol van de GOW30 steeds meer handen en voeten, zo ook in Veendam. Een aantal voorbeelden hiervan zijn: C.W. Lubbersstraat, Jakob Bruggemalaan en Prins Bernhardlaan (zie voor alle GOW30 wegen de kaart wegencategorisering).

60km/u buiten de bebouwde kom

Veendam wenst dat alle erftoegangswegen buiten de bebouwde kom binnen een 60km/u zone komen te liggen. Op die manier wordt aangesloten op het duurzaam veilig gedachtengoed voor verblijfsgebieden buiten de bebouwde kom. Met de bijbehorende maatregelen op bijvoorbeeld conflictpunten zal de verkeersveiligheid verbeterd worden, met name daar waar fietsverkeer gebruik maakt van de rijbaan. Het kan ook werken als een ontmoedigingsmaatregel om (een mate van) sluipverkeer te voorkomen.

In principe sluiten alle erftoegangswegen gelijkwaardig op elkaar aan, en is het doel om een passende snelheid te creëren en het gewenste gedrag hiermee te sturen. Het bovenliggende doel is vooral om duidelijkheid en veiligheid te bewerkstelligen. De categorisering van de wegen.

Kaart wegencategorisering

Kaart van de wegencategorisering heeft u hulp nodig bij het bekijken van de kaart neem dan contact op met de gemeente

De ambities en maatregelen in een oogopslag

  • Veendam haakt, samen met de gemeenten in Groningen, aan op het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 en gaat met een verdiepend onderzoek een vervolg geven naar het beperken van de mogelijke risico’s, en hoe de veiligheid hierdoor geborgd kan worden.
  • Veendam geeft uitvoering aan de uitbreiding van duurzaam veilig ingerichte wegen. Om hier vorm aan te geven wordt er uitvoering gegeven aan het onderzoek 'Maatregelenplan Verkeersveiligheid'. In dit rapport wordt ingegaan op de keuze voor een 30km of 50km weg binnen de bebouwde kom.
  • De categorie 'GOW30' wordt geïntroduceerd: een ETW 'look' met bepaalde kenmerken, en met het behoud van een ontsluitingsfunctie.
  • Veendam kent erftoegangswegen buiten de bebouwde kom een maximum snelheid toe van 60km/u.

GOW30 (voorbeeld) straat met 30 km per uur op het wegdek en fietsstrook

3. 'Drukte op het fietspad'

'Drukte op de fietspaden' doet zich voornamelijk voor in bebouwde gebieden. De grootste fietsdrukte is voornamelijk te vinden in het centrum, op de routes naar scholen en op paden met veel functies.

De primaire oorzaak van fietsdrukte is uiteraard het grote aantal fietsers, met name de hoge intensiteiten in de spits. Een factor, die (de gevolgen van) de drukte versterkt, is de grote verscheidenheid van fietspadgebruikers (oud, jong, snel, minder snel, onervaren, kwetsbaar, gemotoriseerd, breed, smal, enz.).

Vooral als men met verschillende snelheden rijdt, leidt dat tot inhaalbewegingen met hinder en risico’s. De omvang van de voertuigen op het fietspad speelt een rol in combinatie met de beschikbare ruimte op het fietspad en de omgeving. In diverse enquêtes in den lande worden enkele groepen fietspadgebruikers expliciet als bron van hinder of gevaar genoemd. Snorfietsen, die snel rijden en breed zijn, worden vaak genoemd. Scholieren, die breeduit fietsen en wielrenners in groepen worden enkele malen specifiek genoemd.

4. Passende snelheden en 'auto te gast'

Het ultieme streven is dat weggebruikers zich aan de maximum snelheden houden. Dit heeft een directe verbinding met de verkeersveiligheid. Harder rijden dan geoorloofd of veilig is, gebeurt zowel bewust als onbewust. Binnen het SPV2030 ligt de focus op motorvoertuigen waarvoor een maximum snelheid geldt en op het gedrag ten opzichte van deze limiet.

Elke weg kent een veilige en passende snelheidslimiet en verkeersdeelnemers houden zich hieraan, dát is het streven. Hierdoor vallen significant minder slachtoffers. Vier resultaten zorgen hiervoor:

  • • De inrichting van het wegennet sluit aan bij de (passende) snelheidslimiet;
  • • Er is een indicator (V85 = De V85-snelheid is de snelheid die door 85% van de bestuurders niet wordt overschreden en door 15% van de bestuurders wel wordt overschreden.) vastgesteld voor de overschrijding van snelheden: deze wordt gemonitord en gehandhaafd;
  • • De sociale norm rond snelheid is versterkt;
  • • Het aantal bestuurders dat de maximumsnelheid overschrijdt neemt af, waar mogelijk ondersteund door nieuwe voertuigtechnologie, waarmee de snelheid dwingend gereguleerd wordt.

'Auto te gast', bij deze term wordt snel gedacht aan een fietsstraat. Dat is enerzijds terecht, maar het is meer. Het is een gedachtengoed. Het heeft veel in zich wanneer het gaat over verkeersveiligheid. Wanneer gemotoriseerd verkeer zich 'te gast' voelt én weet, dan zullen de bestuurders ander gedrag vertonen. Dát is het doel: gedragsverandering. Gebieden en locaties die zich hiervoor lenen kunnen worden aangepast op dit principe. De snelheid zal lager liggen, het aandeel gemotoriseerd verkeer zal dalen, en het langzame verkeer krijgt meer lucht en ruimte.

Naast het verbeteren van de verkeersveiligheid zal dit naar verwachting het fietsgebruik stimuleren, hetgeen vervolgens bijdraagt aan een groenere en vitalere omgeving.

5. Schoolomgeving en schoolfietsroutes

Om kinderen zekerheid te bieden met zo min mogelijk autoverkeer of drukke kruispunten in aanraking komen wordt aandacht besteed aan de schoolfietsroutes. Daar waar er wel sprake is van confrontatie, is een veilige inrichting essentieel. We streven naar Veilige Schoolroutes.

De Veilige Schoolroute heeft voordelen voor de leerlingen, de ouders en de school:

  • Kinderen gaan vaker (alleen) op de fiets;
  • Ouders hoeven zich minder zorgen te maken over het overig verkeer op de weg;
  • Het stimuleert meer beweging door de kinderen.

Om schoolomgevingen veiliger te maken kan er bijvoorbeeld een schoolzone of een (tijdelijke) schoolstraat worden ingericht. Bij een schoolstraat wordt op de haal- en brengtijden de rijbaan voor de school afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Het haal- en brengverkeer wordt op deze manier op afstand gehouden.

Op het moment van schrijven van dit Mobiliteitsplan is er een lopend onderzoek naar de (her)huisvesting van de basisscholen in Veendam. De doelstellingen, ambities vanuit dit plan worden als kaders meegenomen.

De ambities en maatregelen in een oogopslag

  • Veendam brengt, in het kader van de verkeersveiligheid en het stimuleren van het fietsen, de verkeersveiligheidsknelpunten voor fietsers in kaart en gaat deze, waar mogelijk, verbeteren. Dit is aanvullende op het 'Maatregelenplan Verkeersveiligheid'.
  • Veendam zet in op passende snelheden door de inrichting zoveel als mogelijk hierop af te stemmen. In beheer- en ontwikkelprojecten wordt het principe 'auto te gast’ waar mogelijk doorgevoerd.
  • Veendam vindt het belangrijk dat zoveel mogelijk kinderen de kans krijgen om veilig en comfortabel te fietsen. Veendam gaat in samenwerking met alle scholen verkeerveiligheidsprojecten initiëren om de schoolroute en de hiermee samenhangende schoolomgeving als eindpunt van de route verkeersveilig(er) te maken.

6. Vracht- en landbouwverkeer

Bedrijvigheid brengt vervoersbewegingen met zich mee. In het belang van de verkeersveiligheid is het doel om de confrontatie (het conflict) tussen het vrachtverkeer en de verkeersdeelnemer zoveel als mogelijk te elimineren. Sommige routes van het vrachtverkeer zorgen voor onveiligheid en overlast. Dit werd ook door bewoners van Veendam aangegeven. Vanwege de grote verschillen in massa en snelheid is er sprake van een relatief hoog potentieel risico.

Veendam is ook een gemeente waar agrariërs een belangrijke plek hebben. Er is zowel binnen de bebouwde kom als daarbuiten sprake van landbouwverkeer. Vaak zijn het grote en brede voertuigen die gebruik maken van relatief smalle(re) wegen in het buitengebied. Het kan bijvoorbeeld tot onveiligheid en tot (berm)schade leiden. Landbouwmachines hebben een steeds groter bereik voor wat betreft het afleggen van afstanden. Een vastgestelde routing voor landbouwverkeer kan meer veiligheid en comfort opleveren. Dit kan ook op regionaal niveau voordelen met zich mee brengen.

7. Educatie en voorlichting (diverse doel- en leeftijdsgroepen)

Onder verkeerseducatie verstaan we elke vorm van formeel of informeel onderwijs dat zich richt op het aanleren en verbeteren van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die noodzakelijk zijn voor een veilige verkeersdeelname (inclusief de wil om veilig aan het verkeer deel te nemen).

Aanbieders van verkeerseducatie kunnen scholen zijn (op basisscholen is verkeerseducatie een wettelijk verplicht onderdeel van het lespakket), maar ook verkeersveiligheidsorganisaties, en ouders. Verkeerseducatie is bedoeld voor alle verkeersdeelnemers in alle verkeersrollen, dus niet alleen voor kinderen, maar ook voor beginnende automobilisten, oudere automobilisten, beginnende berijders van elektrische fietsen, enzovoort.

Permanente verkeerseducatie is gericht op het aanbieden van verkeerseducatie in alle levensfasen en verkeersrollen.

Educatie:

  • Richt zich op gedrag waarmee een duidelijke relatie met verkeersveiligheid is aangetoond;
  • Richt zich op de groep die het probleemgedrag vertoont; deze groep is in staat het gedrag te veranderen;
  • Houdt rekening met de redenen waaróm de groep het gedrag vertoont;
  • Biedt de mogelijkheid om te leren van eigen ervaringen.

Veendam zet al in op educatie en zal dit voortzetten.

Educatieprogramma's worden veelal centraal vanuit de provincie Groningen opgezet.

8. Eenduidigheid bij oversteken

Daar waar langzaam verkeer (fietser, voetgangers, minder validen met hulpmiddelen) autoverkeer kruist kan gebruik gemaakt worden van oversteekplaatsen. De verkeersveiligheid is er bij gebaat dat er eenduidigheid is voor wat betreft de vormgeving van de oversteekplaatsen, die bij voorkeur gekoppeld zijn aan kruispunten.

Daar waar sprake is van een gekoppelde oversteek fietsers/voetgangers dan zijn de voorrangssituaties gelijk. Verschillende voorrangsvormen levert onduidelijke en gevaarlijke situaties op. Veendam heeft hiervoor in het verleden een beleidsnotitie opgesteld. Deze zal worden geactualiseerd. In Veendam hebben fietsers bij rotondes geen voorrang. Dit wordt onveranderd voortgezet omdat blijkt dat het de verkeersveiligheid ten goede komt.

9. Handhaving continueren, met specifieke aandacht voor aanpak snelheid

Handhaving is een noodzakelijk onderdeel van het verbeteren van de verkeersveiligheid, en wordt grotendeels uitgevoerd door de politie. Het doel van de handhaving is om excessen te bestrijden. Het gedrag van een aantal mensen is niet voldoende af te dwingen. Vaak gaat het in relatie tot verkeersveiligheid om snelheidsovertredingen. Veendam wil graag de verkeershandhaving verbeteren. De ambitie hierbij is de bevoegdheden van de gemeentelijke handhavers (BOA's) uit te breiden om te kunnen handhaven op overtredingen van de maximumsnelheid. Dit is echter afhankelijk van het eventueel landelijk instellen daarvan.

De ambities en maatregelen in een oogopslag

  • Veendam richt, waar noodzakelijk, oversteekplaatsen eenduidig in en actualiseert hiervoor de gemeentelijke beleidsnotitie. Bij rotondes en bij solitaire oversteken hebben fietsers geen voorrang op het autoverkeer. Eventuele probleemlocaties worden onderzocht.
  • Veendam geeft uitvoering aan goede bereikbare en veilige wegen waar sprake is van landbouwverkeer en vrachtverkeer en onderzoekt hoe deze veiliger kunnen worden gemaakt door bijvoorbeeld andere routing. Hierbij worden ook de mogelijkheden voor speciale logistieke routes onderzocht (dit is tevens een item bij het thema 'Bereikbaar & Bedrijvig’).
  • Veendam werkt in het kader van educatie en voorlichting nauw samen met de provincie Groningen, met specifieke aandacht voor diverse doel- en leeftijdsgroepen en speelt in op de actualiteit.
  • Veendam wil graag de handhaving verbeteren. Onderzocht wordt of BOA's in de toekomst kunnen handhaven op snelheidsovertredingen of ander ongewenst gedrag in het verkeer.