Lokaal en regionaal beleid

Rond externe veiligheid is er een lokaal en regionaal beleid gemaakt. Dat wil zeggen dat er afspraken zijn voor de gemeente én afspraken voor de regio.

We leggen hier een aantal onderwerpen uit die te maken hebben met externe veiligheid.

Groepsrisico

We spreken over een groepsrisico als er een kans is dat meerdere mensen gevaar lopen. We hebben het dan over een groep die door een ongeluk met gevaarlijke stoffen kan doodgaan. Het gaat hierbij om tien, honderd of duizend mensen. Dat noemen we een ‘groepsrisico’, afgekort GR. 

Plaatsgebonden risico

Minder risico loop u als u ver genoeg bent van waar gevaarlijke stoffen worden bewaard. In Nederland lukt dat bijna niet. Daarvoor wonen en werken er te veel mensen dicht bij elkaar. Daarom is er afgesproken dat we kijken naar een ‘plaatsgevonden risico’, afgekort PR. De PR geeft aan hoe groot de kans is dat u op die plek doodgaat. Door een ongeval met gevaarlijke stoffen.

Naast de PR is er ook het begrip ‘PR 10-6’. Dat geeft aan dat er op een miljoen één keer kans is op een zwaar ongeval. Bij een bedrijf met PR 10-6 is er dus een groter risico. Daarom zijn er andere afspraken gemaakt voor deze bedrijven. Zo mogen er geen woningen of winkels in de buurt zijn. Dat kan alleen wanneer daar een goede reden voor is.

Soorten risico's

Binnen de externe veiligheid gaan we uit van twee soorten risico’s:

•    Stationaire risicobronnen: dit zijn bedrijven die veel gevaarlijke stoffen gebruiken. Denk aan diesel, benzine en gas. 
•    Mobiele risicobronnen: dit zijn water, wegen, het spoor en leidingen waarmee de stoffen worden vervoerd. De gemeente en de landelijke overheid moeten al deze ‘mobiele risicobronnen’ op een kaart verplicht weergeven. Dit is de landelijke risicokaart.

Afspraken voor stationaire risicobronnen

Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi)

Er is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Hierin staan de afspraken waaraan bedrijven moeten voldoen die een risico zijn voor ander mensen. Het gaat om bedrijven zoals benzinestations, opslagplaatsen, koelinstallaties voor ammoniak. Deze afspraken gelden ook voor het spoor waarover gevaarlijke stoffen worden vervoer. En voor bedrijven die onder het Besluit zware risico’s vallen. De eisen gaan over het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). 

Gemeenten en provincies gebruiken de eisen uit de Bevi voor het verlenen van vergunningen. Ook gebruiken zij deze afspraken voor het maken van bestemmingsplannen. Dit zijn afspraken over ‘bestemmingen’. Die afspraken gaan over waar woningen staan, bedrijven zitten en natuurgebieden zijn. Door deze plekken aan te wijzen, kan iedereen veilig en gezond wonen en werken. 

Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi)

De Regeling externe veiligheid inrichtingen bestaat uit eisen die passen bij de Bevi. Hierin staan afspraken over afstanden die bedrijven moeten aanhouden van andere mensen. Een tankstation bevindt zich daarmee altijd op een vaste afstand van bijvoorbeeld woningen.

Veiligheidscontour

De veiligheidscontour is een instrument uit de Bevi. Dit hulpmiddel is bedoeld voor gemeenten en provincies. Zij kunnen daarmee aangeven tot hoever een bedrijf of bedrijventerrein met gevaarlijke stoffen mag uitbreiden. Ze kunnen dit aangeven in de omgevingsvergunning (zie: Informatiehuis Milieu) en in het bestemmingsplan (zie: Informatiehuis Omgevingskwaliteit).

Afspraken voor mobiele risicobronnen

Basisnet en Besluit externe veiligheid transport

Gevaarlijke goederen worden vervoerd over weg, water en spoor. Hierover zijn afspraken gemaakt in het Basisnet en het Besluit externe veiligheid transport. Deze geven aan welke risico’s mogen bij het vervoeren van de gevaarlijke stoffen. Deze maximale risico’s zijn in tabellen gezet. Daarmee bestaat het Basisnet uit drie onderdelen: Basisnet Spoor, Basisnet Weg en Basisnet Water. Het Basisnet heeft de volgende doelen: 

  • Het kunnen vervoeren van gevaarlijke stoffen in Nederland en het buitenland. Niet alleen nu, maar ook in de toekomst. Het vervoer kan ook meer worden.
  • De risico’s voor mensen langs de routes binnen de afspraken houden.
  • Duidelijkheid geven aan gemeenten over waar wel en waar niet mag worden gebouwd. Het Basisnet houdt rekening met de plannen van de gemeenten. 

Omgevingsverordening Provincie Groningen

Binnen de Provincie Groningen zijn er drie gebieden aangewezen die veilig zijn voor het vervoer. Kijk voor meer informatie in de Omgevingsverordening van februari 2019. 

Afspraken over risico’s via leidingen

Besluit externe veiligheid buisleidingen

In Nederland ligt ongeveer 15.000 kilometer aan leidingen waardoor gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Het gaat hierbij vooral om aardgas en brandbare vloeistoffen. In het Besluit externe veiligheid buisleidingen staat wie verantwoordelijk is voor de leidingen. Meestal zijn dat de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), de Gasunie en de gemeenten. In deze afspraken staat onder meer:

  • Dat in de buurt van de leidingen geen woningen en ziekenhuizen mogen worden gebouwd. Er komen liever ook geen kantoren en sportterreinen. Dit staat ook in het bestemmingsplan.
  • Dat er een stuk grond vrij moet blijven rond de plek waar de leidingen zitten. Op die manier kan er makkelijk onderhoud worden gedaan. Dit staat ook in het bestemmingsplan.
  • Dat het bedrijf dat de gevaarlijke stoffen vervoert, voorkomt dat er geen ongeval gebeurt. Hiervoor voldoen de leidingen aan de wettelijke eisen. Ook wordt er aan onderhoud gedaan.